Geschiedenis van de schoenen

Als 15 000 jaar voor Christus werden schoenen gedragen. Dit was voornamelijk om de voeten te beschermen tegen de koude. Schoenen werden in deze tijd van huiden gemaakt van dieren die werden gebruikt om zich te voeden. Men maakte door middel van een vet en vuurstenen de huiden glad waardoor ze soepel werden en gemakkelijk zijn om rond de voeten te wikkelen. Deze werden dan samen gehouden door middel van een touw rond het lap leer te binden. De eerste schoen was geboren…

Tot ca. 1500 voor Christus was het heel normaal om op je blote voeten te lopen. Schoenen werden eerder een statussymbool voor de rijken. Deze hadden schoenen en sandalen van zacht leer versierd met goud en mooie juwelen. In deze tijd had je zelfs al verschillende kleuren leer zoals; paars, groen of purper. Voor de kinderen had je ook rode en groene kleuren. Na een langere periode begonnen ook de gewone werkmensen sandalen te dragen, deze waren uiteraard niet zo mooi versierd als bij de rijkere mensen. Werklieden daar in tegen droegen echte schoenen die de voeten volledig bedekten. Priesters droegen schoenen van papyrusvellen, zij mochten geen leer dragen omdat het onrein was om dierenhuid te dragen. 

n de klassieke oudheid droeg iedereen sandalen zowel rijk als arm. Bij de rijkere mensen werden dikwijls de linker en de rechter schoen verschillend gemaakt. Vrouwen droegen toen hogere sandalen met een kurkzool om slanker en groter te lijken. Wat wij nu tegenwoordig als de wedge kennen.

 Tijdens de middeleeuwen werden voornamelijk echte schoenen en laarzen gedragen van leer. Genaamd de snavelschoen, de schoen werd gemaakt uit één lap leer die om je voet werd gewikkeld en door middel van een riem werd vastgemaakt. Deze werd door gaatjes getrokken zodat de schoen goed bleef zitten. De laars kwam ongeveer tot aan het scheenbeen en werd daar vastgemaakt met een veter.

 In de 16de eeuw verdween de snavelschoen en kwam een nieuw comfortabeler model in de plaats. Deze schoen werden koemuilen genaamd. De naam klinkt niet elegant, maar deze schoen was breder en gemakkelijker om te dragen. Ook had je de hoornschoen die in twee punten aan de tip eindigden. De bereklauw daarin tegen was een schoen die voor elke teen een apart vakje had. De voering was steeds mooi afgewerkt en de mensen droegen ook sokken in hun schoen voor een mooi contrast. In 1580 introduceerde koning Hendrik III van Frankrijk de hoge hak. Dit modesnufje was in eerste instantie alleen voor de adel bestemd; pas in de 17de eeuw werd de hak door grote groepen mensen gedragen.

 

Vanaf de 17de eeuw veranderde de schoen compleet dankzij de Zonnekoning Lodewijk XIV. Schoenen werden bezet met gespen, rozetten, strikken en juwelen. Er waren schoenen van zijden of satijn die vaak prachtig geborduurd waren of bezet waren met prachtige juwelen. Sommige schoen waren zo duur dat gewonen mensen een volledig jaarloon zouden moeten betalen om deze schoenen te kunnen betalen. In de 17de eeuw werden ook veel laarzen gedragen, het waren stoere exemplaren met een brede leren kap en sporen, gemaakt van stevig leer. Maar er waren ook laarzen waarmee je naar een feest kon gaan. Die zagen er heel verfijnd uit en waren gemaakt van zacht leer. Heren droegen er een soort kous in die met kant was afgezet.

 

Schoenen in de 18de eeuw waren meer smalle schoentjes van satijn, fluweel, zijde of fijn leer die versierd werden met gespen of bezet met diamanten of strass. Deze paste natuurlijk bij de kleding die in deze tijd werd gedragen. Een tijd lang werden ook schoenen gedragen met een rode hak door adel. Langzaam aan verdween dit uit het modebeeld omdat mensen zich niet meer wouden associëren met de mensen van adel en droegen vanaf nu een zwarte sportieve schoen, een hak kwam vrijwel niet meer voor. Deze trend kwam van Engeland overgewaaid. Zwart werd de nieuwe modekleur.

 

 

Aan het begin van de 19de eeuw waren de schoen vrij sober. De schoen waren laag en werden gemaakt van leder of satijn. Ze hadden een rechte neus en werden af en toe versierd met een strikje.

 

 

Vanaf 1820 begon er langzaam meer variatie in de schoenindustrie te komen. Er verschenen enkellaarsjes van leer met veters langs de zijkanten of linnen botjes. Deze werden bottines genoemd. Mannen droegen meer zwarte leren schoen of laarzen. Na 50 jaar kwam de hak ook weer terug. Zijden schoen bleven in de mode maar werden meer gebruikt voor chiquere gelegenheden en bruiden.

Daarnaast kwamen ook de puntige schoenen weer in de mode; rechte neuzen zag je niet meer in het straatbeeld. Eind de 19de eeuw deed de sportschoen zijn intrede. Deze werd gebruikt om te fietsen, paardrijden, tennissen of bergklimmen. Sportschoenen zijn niet te vergelijken de sportschoenen die we nu kennen, zij leken meer op de klassieke veterschoenen die we nu nog kennen.

 

Aan het begin van de 20ste eeuw konden dames kiezen uit meer modellen zoals de lage pump om te gaan wandelen of de lage veterschoen om te gaan sporten, hoge pumps voor alle mogelijke gelegenheden of bottines met of zonder hakken voor alle mogelijke gelegenheden. Losse slobkousen met pumps kwamen ook steeds meer voor dan de laarzen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was er gebrek aan leer en stond de mode op een laag pitje. Schoenen weden van hout, touw, riet, kurk of zelfs papier gemaakt. Na 1948 was het leerprobleem opgelost. De toonaangevende mode kwam uit Parijs in de vorm van de New Look wat Nieuwe Mode betekent. Daarbij hoorden elegante pumps met hoge hakken. Schoenen met een bandje zag je ook weer, als sandaal of dichte schoen met een bandje rond de enkel. Uit Italië kwamen stiletto naaldhakken en spitse neuzen. Jonge meisjes droegen lagere schoentjes die ballerina’s of flatjes werden genoemd; die pasten goed bij sportieve wandelingen of het dansen van rock ‘n roll.
Voor de heren veranderden de modellen nauwelijks, alleen de bottine was ouderwets geworden.

Rond 1967 begon de flower-power periode met teensandalen en klompschoenen. Ook kinderen kregen toen aandacht met speciale ontwerpen in leuke kleuren. Verschillende breedtematen zorgden ervoor dat kindervoeten gezond konden groeien.
In de jaren ’70 verschenen schoenen en laarzen met sleehakken en plateauzolen. De cowboylaars was in en sportschoenen werden niet meer alleen gebruikt om te sporten, maar ook om mee naar het werk of school te gaan.
Door de invloed van buitenlandse ontwerpers kwamen veel nieuwe ideeën naar voren die bepalend werden voor het modebeeld vanaf de jaren ’80. We leven nu in een tijd waarin de mode twee keer per jaar wisselt en gelukkig is er zoveel variatie dat ieder zijn of haar mode daaruit kan kiezen

Maak jouw eigen website met JouwWeb